vrijdag, oktober 14, 2005

61 miljoen foto's

Een grote kijkdoos met 61 miljoen foto’s. Met drie kliks de hele wereld over. Mooie foto’s, kiekjes, een veelheid aan onderwerpen, van doorkijkjes in de jongerencultuur van Brazilië tot een serie foto’s van echte getallen, beginnend bij een en nu ergens bij 760.

Als je de moeite neemt om tien minuten te klikken in www.fotolog.net zie je de echte mondialisering in een notendop.

Natuurlijk kan je al heel poosje over de hele wereld surfen, maar ik spreek geen Japans of Portugees. En mijn kennis van de Franse straattaal is ook erg beperkt. Dus tekst heeft zo letterlijk zijn grenzen.

Foto’s hebben die grenzen niet. Dat geeft, met een site die zich richt op foto’s van over de hele wereld, ongekende mogelijkheden. En als de site dan ook nog een user-interface heeft met google-achtige eenvoud, die je stimuleert verder te kijken dan je neus lang is, heb je werkelijk iets unieks.







tenen



Wat moet je nu met 61 miljoen foto’s? Wat zie je dan nog? Wat mij opvalt is dat veel van de series van foto’s snel herkenbaar zijn als van één en dezelfde maker. Een natuurlijk soort personal branding.

En dat is heel interessant. Juist in die veelheid neemt de herkenbaarheid toe. Door de eigenheid van de fotograaf. Hij maakt zijn eigen foto’s vanuit zijn persoonlijk kunde, smaak of voorkeur voor een bepaald onderwerp. En die foto’s zet hij op zijn fotolog. En dat is vrijwel meteen herkenbaar.

Zou daar een les in zitten voor organisaties die, in de overvloed van de westerse consumptiemaatschappij, betekenis willen hebben voor hun klanten?

Ik denk van wel. Leve de fotograven van fotolog.net.

Hein Duijnstee

zondag, oktober 09, 2005

Terug naar het schap



De aandacht-executive, waarvoor ik pleitte in een van mijn vorige blogs, is er, zover ik weet, nog niet bij Unilever. Ik vond toen dat niet duidelijk was wat de betekenis van de nieuwe organisatiestructuur van Unilever was en zag de relevantie voor klant niet. Vandaar mijn advies om iemand aan te stellen die verantwoordelijk was voor aandacht en klantbehoud.


Partick Cescau, de CEO van Unilever, laat nu wel wat meer weten waarom er in de organisatie gekozen is voor een aparte landen(regio)focus en een marketingfocus. De twee groepen moeten twee verschillende dingen doen. De ene club bouwt aan het merk en de producten en de andere groep gaat vechten. Vechten om de schapruimte in de supermarkten. Tegen P&G’s van deze wereld en tegen de huismerken.

Als het aan Unilever ligt, wordt het weer knokken voor de landenmanagers en zij moeten zich vooral niet meer bemoeien met de kleur van de verpakking. De passie moet in de winkels liggen -‘ons dood vechten voor marktaandeel’- en niet bij de reclamecampagnes. De landenmanagers moeten de spullen gewoon verkopen. Andere mensen binnen Unilever denken na over het merk, aldus Cescau in het FD van 3 oktober.


schap


Uit deze woorden is te verwachten dat de landenmanagers verantwoordelijk worden voor de omzet in alle productcategorieën in dat land, ongeacht of marketing nu zijn werk goed of minder goed doet.

Een duidelijk verhaal. Het wordt nu wel spannend om te zien hoe dat uitpakt voor de klant. Lagere prijzen, meer soorten pindakaas op het schap bij Albert Heijn? Ontkom je niet dadelijk echt niet meer aan Axe bij DA? Ik ga het merken.

En dan ben ik ook benieuwd wat er met het prachtige nieuwe hoofdkantoor van Unilever Nederland gaat gebeuren. Het is een gebouw dat echt bijna letterlijk zweeft en naar verluidt geen enkele binnenwand heeft. Eén groot marketing atelier volgens de huidige landendirecteur Nederland, met keukens en andere spannende gadgets.

Komen er dadelijk in plaats van keuken, mock-ups van AH-winkels of nagebouwde vergaderzaaltjes waarin de onderhandelingen met Super de Boer geoefend worden? Of gaat men verder en komt er een echte boxring om het vechten te oefenen?.


Het worden niet alleen buiten spannende tijden voor Unilever, maar ook binnen.


Hein Duijnstee