vrijdag, januari 21, 2005

Organismen en organisaties


Over DNA en veranderen

Van tijd tot tijd worden organisaties
vergeleken met levende organismen. Daarbij wordt weleens gesproken over het DNA van een organisatie. Dat is zoiets als de kernwaarden, de manier van doen, de cultuur, kortom dat gene dat in het gehele bedrijf hetzelfde en kenmerkend is. Mijn hersencellen hebben een andere functie dan mijn longcellen, maar ze hebben allemaal hetzelfde DNA. Zo is dat ook in een bedrijf; er zijn verschillende functies, maar alles heeft iets onmiskenbaar eigens, iets dat typisch is voor die organisatie. Zo is althans de veronderstelling.


Example

Tot zover ook niets spannnends. Totdat er iets komt dat verandering heet. De omgeving verandert, waardoor de organisatie (of het organisme) niet meer adequaat kan functioneren. Of men vindt dat het allemaal gewoon beter kan omdat men in de race van de survival of the fittest, bang is het loodje te leggen. Kortom er moet iets veranderd worden.

En dat wordt het spannend. Aan welke knoppen gaan we als management draaien? Wat gaan we doen? Worden het vitaminen die onze weerstand vergroten of moeten we onze toevlucht nemen tot anabole steroiden om ons spierweefsel te laten groeien? Wordt het afslanken? Of gaan we kijken naar de geestkracht van het organisme? Met name wat verder doorontwikkelde organisaties zijn daar met cultuurprogramma's best voor te porren. Of nemen we onze toevlucht tot genetische manipulatie?

Dat laatste levert wel een aantal dilemma's op. Ook hierin lijkt het domein van de celbiologie (genetische manipulatie blijft een omstreden punt) op het besturen van organisaties.

Als we het DNA van een organisatie zien als de mensen en hun opvattingen, dan kan manipuleren bijvoorbeeld het volgende betekenen. We brengen een vreemd gen in dat de gewenste eigenschappen heeft. Met andere woorden we gaan mensen aannemen die andere opvattingen hebben. Soms is dat een nieuwe CEO van buiten af, in andere gevallen wordt bewust gebroken met het oude aannamebeleid binnen de organisatie. Nieuw maar voornamelijk ook ander bloed wordt aangenomen.

Maar dan blijkt in een aantal gevallen ook hoe sterk het dominante DNA van de organisatie is, want na verloop van tijd wordt het nieuwe wezensvreemde materiaal gewoon afgestoten. Of het past zich aan. In beide gevallen is het netto effect veel verspeelde moeite.

De vraag dient zich dus aan: hoe ga je erdan voor zorgen dat er iets gebeurt? Nog meer vreemd materiaal? Maar wanneer houdt de ezel op een ezel te zijn en wordt het een koe? En dan nog blijft de vraag: komt de verandering van binnen, wat men ook wel de 'agile company' wordt genoemd, of komt de verandering van buiten, wat je ook wel de klantgerichte organisatie zou kunnen noemen?

Of is het onvermijdelijk dat organisaties na verloop van tijd gewoon ophouden relevant te zijn en dood gaan. Hun plaats wordt ingenomen door andere, beter georganiseerde en op de dan bestaande buitenwereld aangepaste organismen. De onzichtbare hand van het capitalisme is de garantie dat gebeurt. En dat is maar goed ook.

Op de langer termijn mag dat misschien wel waar zijn, maar gezien de materiele en emotionele kosten die het overlijden met zich meebrengen, is het de moeite waard te vechten. Of het er dan om gaat om het juiste DNA te hebben of om de juiste biotoop te vinden, blijft wel een aardige bron van discussie. Maar dat het verkeerde DNA in de verkeerde biotoop fataal is, moge duidelijk zijn.

Een volgende keer een andere aspect van de paralel: netwerken en ecosystemen. Lessen van de The Vision Web en Linux Inc.


Geen opmerkingen: