woensdag, oktober 08, 2008

‘Schoonheid als noodzaak’

Als je naar de website van mecanoo gaat, een van Nederlands toonaangevende architectenbureaus, kan je lezen over ‘schoonheid als noodzaak’. De ontwerpen van dit bureau onder leiding van Francine Houben, getuigen hier ook van. Dat een architect zich uitspreekt voor schoonheid lijkt misschien niet zo opmerkelijk, maar is het wel, getuige de vele lelijkheid in de gebouwde omgeving.

Nu zijn er gelukkig meer voorbeelden waarbij schoonheid nadrukkelijk paramater in het ontwerpen is. Apple weet schoonheid tot meerwaarde van haar producten te laten zijn. Ikea en de Hema doen op hun manier ook hun best, zij het minder uitgesproken. De oude guldenbiljetten waren ook meer dan een moeilijk na te maken waardepapier.


Schoonheid is nog geen gemeengoed maar we herkennen en erkennen de waarde van mooie producten. En in toenemende mate wordt design en ontwerpdenken belangrijk bij de het ontwikkelen van producten.


Maar die noodzaak van schoonheid is nog niet doorgedrongen tot het denken over management. Waarom zou een organisatie niet meer mogen zijn dan een nuttige verzameling van mensen en middelen. Sterker nog, moet het dat niet zijn? En zou schoonheid dan geen aardig woord zijn.


Met die vraag voor ogen heb ik samen met Ingrid Driessen op 18 september 2008 een rondetafelgesprek georganiseerd op uitnodiging van mindz, een social network van professionals en managers.


En het bleek toch wel een schot in de roos. Niet meteen, maar na verloop van tijd. Als je grip krijgt op begrip schoonheid, dan wordt het plotseling toch ook relevant als organiserend principe, als leidraad bij het kijken naar organisatievraagstukken.


In het rondetafelgesprek werden de verschillende aspecten van schoonheid onderzocht. De volgende kernwoorden kwamen daarbij langs:









Als je deze begrippen en karakteristieken tegen organisaties aanhoudt, zoals wij deden, ontstaat er een boeiend beeld. Dan krijgt schoonheid, al moet je er in eerste instantie nadrukkelijk om vragen, plotseling relevantie voor managers en organisatie-denkers. Dan komt ook aan de orde dat je eigen beelden en referentiekaders een belangrijk onderdeel zijn van je beoordeling over wat van schoonheid getuigt en wat niet.


Dan wordt ook duidelijk dat we veel lelijks zien in organisaties. Wat we al aanvoelden, wordt nu benoembaar. Gewoon simpel in termen van mooi en lelijk. Wat een opluchting dat het ook zo simpel kan zijn.


Die middag leidde dat bij de een tot een ontnuchterend beeld van de enorme hoeveelheid lelijkheid. En worden keuzes ook weer helder. De ander zag de uitdaging die lelijkheid niet meer te accepteren en er iets anders moois voor in de plaats te zetten.


De rondetafel heeft de eerste stappen gezet in een ontdekkingsreis. De inzichten van de deelnemers zijn weer kristalatiekernen voor een verdere ontwikkeling in het op andere manieren kijken naar en het vormgeven van organisaties.


De gezamenlijke uitdaging is, na afloop van de inspirerende middag, te zien of we een pilot kunnen verzinnen om het belang van schoonheid te bewijzen en in organisatorische zin iets neer te zetten dat ontegenzeggelijk schoonheid en daarmee waarde heeft. Wordt vervolgt.


Hein Duijnstee

dinsdag, augustus 26, 2008

Creativiteit is de wonderolie voor overleven in de maalstroom van (dreigende) recessie en verschuivingen in de mondiale economische krachten. Creativiteit leidt tot oplossingen die niet voor de hand liggen, het biedt nieuwe perspectieven voor heikele kwesties. Bovendien geeft het uiting kunnen geven aan creativiteit ook nog een goed gevoel, voldoening en soms zelfs euforie. Waar creativiteit een plaats heeft, wordt succesvol en met plezier gewerkt.

Met deze zegeningen van creativiteit is het geen wonder dat het Financieele Dagblad dat fenomeen onderzocht samen met het adviesbureau Trompenaars Hampden Turner. Uit de resultaten blijkt helaas dat we creatiever denken te zijn dan dat we werkelijk zijn.


En daar schuilt de paradox. Juist de omstandigheden en de omgeving waarin creativiteit gedijen, zoals vrijheid, een zekere mate van chaos en onvoorspelbaarheid, veiligheid, ruimte voor experiment, juist die omstandigheden worden door gangbare normen in het besturen van organisatie minder gewaardeerd. Voorspelbaarheid en risicobeheersing zijn de heilige gralen van het management en worden door de respondenten in het onderzoek ook als waardevol gezien (dus vandaar die lagere werkelijke creativiteit). Uit het zeer lezenswaardige artikel over Het Grote Creativiteitsonderzoek blijkt maar weer eens te meer (FD 26-8-2008) de paradox tussen beheersbaarheid en creativiteit in organisaties.







Maar is het woord paradox wel goed? Het veronderstelt een schijnbare tegenstelling, een waarmee we het mee moeten doen. Is er wel sprake van een onvermijdelijke evenwicht tussen creativiteit en controle ? Sterker nog, gaat het wel om een dilemma waar we mee moeten (leren) leven?

Kortom, een postmoderne opvatting waarin we niet kiezen, waarin we zinvolle compromissen sluiten en het onverenigbare toch zullen moeten verenigen? Is dit zoals Marissa Mayer, het innovatie-orakel bij Google het noemt: “a healthy disrespect for the impossible”?


Of maken we toch een denkfout als we dat accepteren. Diezelfde mevrouw Mayer was overigens ook aanwezig bij een bijeenkomst van de MLab, een denktank onderleiding van management guru en bestsellerschrijver Gary Hammel. Onder het mom van “inventing the future of management” werd hier met de crème de la crème van management denken aan een staaltje ‘renegade thinking’ gedaan, om de contouren van management 2.0 te ontdekken. In het verslag van de bijeenkomst goede ideeën en voornemens, zoals, om maar een kleine bloemlezing te geven: ‘fully operationalise the ideas of community and citizenship’, ‘seek orientation in a higher and broader purpose’, ‘increase trust and reduce fear’, ‘enable communities of passion’ en ‘humanise (the language of) business’. Voor meer: www.managementlab.org


Ik geloof niet zo in de paradox van vrijheid in gebondenheid omdat het geen paradox is, maar capitulatie. In dat opzicht is Management 2.0 is wel een aardig initiatief van een stevig kaliber, maar wat modieus in zijn analogie naar Web 2.0. En het lijkt wel een logisch vervolg op versie 1. Dat is toch nog wat voorzichtig.


Gewoon het gezonde verstand gebruiken en je gevoel een plaats geven. Doen waarin je gelooft en dan de teugels maar laten vieren.

En de weg niet afsteken met vrijheid èn controle. Dat is misschien geen revolutionair idee, maar des te revolutionairder in zijn consequenties.

Veel creativiteit gewenst.


Hein Duijnstee

maandag, maart 24, 2008

lekker paradoxaal

Succes trekt belangstelling. En dat geldt ook voor Apple, het Amerikaanse bedrijf van de Mac, de iPod, de gehypte iPhone en van iTunes. Apple, 10 geleden bijna ten dode opgeschreven totdat oprichter Stevs Jobs weer terugkeerde. En het gaat weer goed met Apple, inmiddels hebben ze 70% van de markt voor MP3 spelers in handen, zijn er meer dan 4 miljard liedjes via Apple gedownload en is het marktaandeel in de operating systemen gestegen van 3 naar 6 procent.

Geen wonder dan ook dat het bedrijf regelmatig in de kijker staat bij de internationale zakelijke pers. In Fortune Magazine van 17 maart staat Apple op de eerste plaats van de meest bewonderde bedrijven in de wereld. Nu lijkt dat op zich niets bijzonders dat we willen leren van het succes, maar de paradox schuilt er bij Apple in dat alles dat in managementland
als ‘common sense’ wordt gezien, met voeten wordt getreden. Zowel de artikelen in Fortune als in Wired Magazine, de bijbel van Silicon Valley, laten wat mooie staaltjes van dit eigenwijze gedrag zien.









Enkele voorbeelden: waar het nu mode is transparant te zijn, je klanten mee te laten denken over de toekomst, is Apple zeer geheimzinig over zijn productlanceringen. Waar klant- en markt onderzoek een veel gebruikt tool is om te zien of producten en diensten kunnen aanslaan, zegt Steve Jobs “We do no market research. We just want tot make great products”. Waar management zich ontwikkelt van scientific management tot servant leiderschap, is de van tijd tot tijd tirannieke managementstijl van meneer Jobs berucht en bemoeit hij zich met de kleinste details (zoals het aantal schroeven in de achterkant van de MacBook).

Het lijkt erop dat de onorthodoxe aanpak en een die lijnrecht staat op wat gangbaar is, succes heeft in de zin van geld en roem.


Ik ben een grote fan van Apple juist ook vanwege de comprisloze vormgeving van hard- en software. En Steve Jobs inspireert met productintroducties en een memorable toespraak aan de Stanford universiteit, met de slotwoorden "Stay Hungry. Stay Foolish". En tegelijkertijd ben ik ook voor open platformen (Apple is zo gesloten als een ommuurde kloostertuin) en transparantie en openheid.


Ingewikkeld. Ja, op het eerste gezicht wel. Wat moet je hiermee, met deze tegenstelling? Hoe kan je fan zijn van iets dat zo indruist tegen sommige dingen waar je toch in gelooft?


Maar tegelijkertijd zit in die ingewikkeldheid juist het boeiende. De wereld is dus niet zwart-wit en al evenmin voorspelbaar of altijd even logisch. En we kunnen als managers, als meesters in beheersbaarheid, dat vervelend vinden en weg willen poetsen of we kunnen als managers, als meesters van creativiteit, deze paradoxen koesteren en ervan genieten.


Hein Duijnstee